Sporten draagt bij aan de motorische ontwikkeling van kinderen en jonge mensen. En minstens zo belangrijk: sporten versterkt het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Sportverenigingen maken dat mogelijk en dat hebben wij in ons land slim georganiseerd in een unieke sportinfrastructuur van 25.000 sportverenigingen. In deze tijd waarin veel zaken steeds minder vanzelfsprekend zijn is het voor een gezonde samenleving van groot belang aandacht te blijven geven aan de gezondheid van sportverenigingen.
Mijn inzet op dit belangrijke onderwerp is niet onopgemerkt gebleven. In artikelen van mijn hand én in reacties op publicaties van anderen heb ik mijn visie keer op keer onder de aandacht gebracht. En ook in mijn ontmoetingen in de sportwereld (beleidsambtenaren, sportdirecteuren, Tweede Kamer en bestuurders van sportverenigingen) heb ik mijn pleidooi voor de versterking van sportverenigingen gehouden. Vrijwel overal ontmoette ik bijval voor mijn ideeën, aanpak en voorstellen.
De relatie tussen een gezonde samenleving en de organisatie van de sport in Nederland, vond ik ook terug in het advies ‘De opstelling op het speelveld’, van de Nederlandse Sportraad, van november 2020. Een nieuwe organisatie en financiering van de sport, zal ook oplossingen moeten bieden aan wat inmiddels de stille pandemie wordt genoemd.
Dit advies vond geen instemming bij NOC*NSF en de VSG (Vereniging Sport Gemeenten). Blijkbaar spelen er bij deze organisaties andere belangen …
NOC*NSF: meer geld, minder bewegen
NOC*NSF is als vertegenwoordiger van de georganiseerde sport er niet in geslaagd meer Nederlanders aan het sporten te krijgen. Integendeel, het normpercentage voor bewegen is in de laatste 20 jaar verder gedaald, van 51% naar 45%. Dit negatieve resultaat staat in schril contrast met de honderden miljoenen aan subsidie en de ontvangen loterijgelden. Ook de jaarlijkse subsidie van 180 miljoen voor de buurtsportcoaches heeft niet geleid tot meer sportende Nederlanders.
Mijn plan, een doeltreffende aanpak
Het instituut van ‘de sportvereniging’ vormt al meer dan 100 jaar de basis van de sport in Nederland. Voor het behoud van deze hoeksteen van de samenleving moet de aandacht gericht zijn op het versterken van de sportverenigingen. Daar liggen de kansen voor een gezonde, sportieve en ook een sociale(re) samenleving. Ik heb daarvoor een plan uitgewerkt dat in 10 tot 15 jaar resulteert in een structurele toename van 2 miljoen sporters. Daarmee zal ook de kansengelijkheid voor kinderen toenemen in wijken waaruit sportverenigingen in de laatste 25 jaar zijn verdwenen.
Mijn wens voor de toekomst
Ik heb mijn best gedaan en heb alles gezegd en geschreven; vijftien jaar bijzonder betrokken.
Vanaf nu blijf ik belangstellend vanaf de zijlijn de ontwikkelingen in de sport volgen.
Mijn wens gaat uit naar een nieuwe organisatie van de sport waarin, lokaal, de positie van sportverenigingen stevig verankerd is, waardoor ieder kind in haar of zijn buurt kan sporten.
Jan Raateland – voormalig Nationaal Sportverenigingen Commissaris 28 juni 2024
mijn missie als blogger
Is het versterken van de organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie van sportverenigingen.
Ik wil met bestuurders van sportverenigingen, sportbeleidsmedewerkers en verenigingsondersteuners mijn kennis en ervaring delen over een succesvolle aanpak.
Uiteraard kan je mij benaderen voor het maken van een afspraak om een gesprek te voeren over die aanpak die leidt tot meer vitale sportverenigingen.
[…] vijf jaar geleden schreef ik een blog over de wachtlijsten bij sportverenigingen. Daarin maakte ik een verwijzing naar een onderzoek […]
Jan, jouw verhalen en ideeën zijn eyeopeners voor ons allen. Meer beweging voor de jeugd is nodig, om zo gezondheidsverschillen te verkleinen en te zorgen voor een gezondere generatie in de toekomst. Jij staat 100% voor een betere en actievere samenleving met veel aandacht voor de jeugd en ik sta 100% achter jou!
Actie is nodig, vanuit beleid, maar ook vanuit de samenleving en dat moeten wij gezamenlijk doorpakken!
Heel veel waardering en respect voor al jouw inzet!
Jan, genoeg, is genoeg zegt men wel. Ik kan mij als getuige van jouw jarenlange activiteiten in het licht van de kop van jouw artikel daarbij het nodige voorstellen. Ik heb grote bewondering voor jouw enorme doorzettings- maar ook incasseringsvermogen om in al die jaren gewoon en vooral door te gaan.
Ondertussen bereikte je al worstelend tussen voor- en tegenspoed zoveel successen dat Zijne Majesteit jou onlangs nog een hoge onderscheiding verleende. In het kader van het onderwerp ben ik er van overtuigd dat je ook van de zijlijn zo nu en dan invloed zal uitoefenen. Maar dan in de richting van de mensen die het stokje over kunnen misschien wel moeten nemen: bestuurders op elk niveau!
Als de Koning het inzicht heeft om jouw werk te onderscheiden, kunnen bestuurslagen toch onmogelijk achterblijven in het overnemen en doorzetten van dat mooie werk ten gunste van onze jeugd!
En dat werk is nooit klaar!
Jan, geniet van je welverdiende tikje terug, laat je niet verleiden om vanaf de zijlijn weer het veld in te springen. Mocht dat wel zo zijn, alle respect!
Groet,
René