De organisatie van ‘De sport’ in Nederland is in de afgelopen 60 jaar nauwelijks veranderd. In 1959 werd de Nederlandse Sport Federatie (NSF) opgericht met als doel de Nederlandse sport te verbeteren. De meeste sportbonden sloten zich indertijd bij de NSF aan. In 1993 fuseerde de NSF met het NOC, tot NOC*NSF.
Alleen al vanwege die omstandigheid is het lofwaardig dat de ondertekenaars van het Nationaal Sportakkoord, eind juni 2018 een afspraak hebben gemaakt over de uitvoering van een onderzoek naar de organisatie en financiering van de sport.
Monopolie
De ontwikkeling die in de jaren zestig in ons land werd ingezet met de ontzuiling en die zich van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving aan het bewegen is, heeft nauwelijks invloed gehad op het functioneren van het overgrote deel van de sportbonden.
Voor de leden van deze sportbonden, met name de bestuurders van de 26.000 sportverenigingen, was er echter geen ontkomen aan: zij zijn erbij: midden in de samenleving ervaren zij dagelijks de gevolgen, zoals de individualisering welke heeft geleid tot een afnemende bereidheid voor vrijwilligerswerk. Daarnaast ontstond de vraag naar het inzetten van sportverenigingen bij maatschappelijk relevante vraagstukken.
Vanwege het monopolie dat de sportbonden op de organisatie van competities hebben, wordt het lidmaatschap door de sportverenigingen als noodgedwongen ervaren. Van binding is echter nauwelijks sprake: op regionale of landelijke bijeenkomsten is de opkomst nog geen 20%.
Naar binnen gericht
Een groot aantal sportbonden hebben te maken met dalende ledenaantallen en sponsorinkomsten en kampt daardoor met ernstige financiële tekorten. Ziedaar een verklaring voor het sterk naar binnen gericht zijn van de sportbonden, waarin zij meer bezig zijn met reorganisaties en inkrimping op personeel en (helaas) minder voor hun leden, de sportverenigingen. Jan Loorbach, in 2003 projectleider Code Goed Sportbestuur, zei hierover in 2015: Bonden (en ook de vereniging NOC*NSF) functioneren helemaal niet meer volgens het eenvoudige adagium van ‘door de leden, voor de leden’.
Vitale sportverenigingen
Slechts 25% van de sportverenigingen in Nederland zijn vitaal: Organisatiekrachtige verenigingen die zich op maatschappelijke activiteiten of taken richten (definitie volgens het Mulier instituut).
Het aantal vitale sportverenigingen is al zo’n 20 jaar ongewijzigd. De vraag die zich hierbij over de verenigingsondersteuning vanuit sportbonden, provinciale sportservices en de gemeenten, opdringt is:
Wat hebben al die inspanningen voor de verenigingen opgeleverd?
Aanbod versus Vraag
De diensten en producten van de sportbonden zijn voornamelijk aanbodgericht. Op de vragen die bij een groot aantal sportverenigingen leven, kunnen de bonden, met uitzondering van een goed bedoeld advies, niet leveren. De sportverenigingen moeten het zelf maar zien te rooien met het vinden van antwoorden op de vragen hoe zij komen aan nieuwe vrijwilligers en voldoende competente bestuurders, en aan nieuwe trainers voor de uitbreiding van hun technisch kader.
Toekomstbestendig
De sportsector is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. Om de organisatie en financiering van de sport toekomstbestendig te maken is een onderzoek wenselijk. Dat onderzoek zal een analyse moeten opleveren over of de huidige structuren en rollen van partijen nog effectief zijn in het veranderende speelveld, aldus de opstellers van het sportakkoord.
Het momentum!
De uitwerking van het Nationaal Sportakkoord dient zich aan als het momentum waarin de organisatie en financiering van de sport goed onder de loep wordt genomen. Laat iedereen die een verantwoordelijkheid kent en/of voelt voor de sport in Nederland en de motorische en mentale ontwikkeling van onze jeugd, dit moment ten volle benutten.
Een ander speelveld vraagt om een nieuwe manier van spelen. Er kan gescoord worden!
Jan Raateland is pleitbezorger voor meer vitale sportverenigingen www.desportverenigingen.nl
mijn missie als blogger
Is het versterken van de organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie van sportverenigingen.
Ik wil met bestuurders van sportverenigingen, sportbeleidsmedewerkers en verenigingsondersteuners mijn kennis en ervaring delen over een succesvolle aanpak.
Uiteraard kan je mij benaderen voor het maken van een afspraak om een gesprek te voeren over die aanpak die leidt tot meer vitale sportverenigingen.
Praat mee..